De Wever let op uzelf en op uw woorden

Alternatief: hygiënische aanbevelingen aan Bart De Wever

 

Bij uw ongetwijfeld historische triomf mag ik een paar wellicht niet voor de hand liggende hygiënische kanttekeningen plaatsen, de ene als arts, de andere als student van de Shoah aan de Stroom. Beide zijn ingegeven door de wens dat het goed zou gaan met u en met het land.

 

Mijnheer De Wever, let op uw gezondheid: u bent veel te zwaar, vooral om het middel, u eet naar verluidt onoordeelkundig, u onderdrukt heel streng uw emoties en uw beroepsleven is een heksenketel.  Dit zijn allemaal risicofactoren voor een hart-vaataccident.  Doe er iets aan, en laten uw (lieve) vrouw en uw huisarts u dit regelmatig op het hart drukken.

 

De tweede opmerking betreft intellectuele hygiëne. U nam herhaaldelijk afstand van uiterst rechts. “Daar zijn er bij die de Holocaust minimaliseren”, zei u toen.  Inderdaad, maar meende u dit echt?  Eind 2007, zo wordt hieronder duidelijk, hebt uzelf de Shoah te Antwerpen geminimaliseerd. Wil de ware Bart de Wever opstaan?

 

Ter herinnering aan wie het zou vergeten zijn en ter informatie van wie het niet wist: veel meer Antwerpse dan Brusselse Joden zijn tussen 1942 en 1944 gedeporteerd, respectievelijk 65 en 37%, een overmaat van 6000 mensen uit Antwerpen.  In de herfst van 1942 heeft het Antwerps stadsbestuur toegelaten dat de gemeentelijke politie drie klopjachten op Joden uitvoerde op last van de SS.  Men sleurde bij nacht 2.712 mensen uit hun huizen, en slechts enkelen kwamen terug van Auschwitz.
In november 2007, na 65 jaar, heeft burgemeester Janssens namens Antwerpen verontschuldiging gevraagd voor de bijdrage van de stadsoverheid aan de Shoah.  U vond dit toen 'gratuit' en  misplaatst.  U vroeg begrip voor de verantwoordelijken voor de politierazzia's en hekelde het misbruik van de Holocaust om Israels wandaden tegen Palestijnen te vergoelijken. (Dit misbruik is reëel, maar deed hier niet ter zake).  Antwerpen had volgens u enkel de oorlog ondergaan, niet meer of niet minder dan overal elders.  Overigens, dat verleden interesseerde de mensen met wie u omgaat niet, zei u.  Er volgde een kort mediarelletje, u verontschuldigde zich even bij wie u zou verkeerd verstaan hebben, maar u hebt de substantie van uw uitlatingen nooit herroepen.

 

Hebt u zich eigenlijk de vraag gesteld waarom alleen voor de Antwerpse Joden de vervolging (bijna) even vernietigend was als in Nederland?  De politierazzia's leverden 'slechts' 2.712 mensen toe aan Eichmanns moordmachine.  Meer dan de helft van Antwerpens overmaat aan slachtoffers, zowat 3300 gedeporteerden, is niet aan de politieklopjachten te wijten, maar doordat minder Antwerpse Joden veilige schuilplaatsen vonden en meer verklikt werden.  Ook dit laatste behoort tot de 'Antwerpse specificiteit', een begrip voorgesteld door uw collega-historicus Maxime Steinberg.

 

(Er bestaan tal van aanwijzingen voor een Antwerps tekort aan bescherming van de opgejaagden. Twee voorbeelden. De Antwerpse balie heeft in 1941 haar Joodse leden uitgestoten en gebroodroofd.  In zijn monumentaal 'Vreemdelingen in een Wereldstad' beschrijft Lieven Saerens hoe slechts één op acht van de Antwerpse parochiepriesters Joden beschermde.  In het Brusselse was dat één op twee.)

 

Waarom was het zo erg?  Hier komen we op het gebied van de geïnformeerde hypotheses.  De mensen waren toen nog heel volgzaam, en prominenten waren rolmodellen.  De gemeentelijke politie had massaal meegedaan aan de klopjachten. Antwerpen werd bestuurd door een Vlaamsgezinde katholieke concentratie, eerbare kerkgaande burgers met witte boorden, niet door zwarthemden met laarzen.  Waarom dan, als er iets niet pluis leek in de kelder van de buren, zou men zich ingehouden hebben?  De drempel lag overigens niet zo hoog: men wist wel dat Joden gingen lijden, maar niet dat ze zouden vermoord worden.

 

(Dat het zover is kunnen komen, lijkt in grote mate doordat Antwerpen verziekt was door zijn voorgeschiedenis van anti-judaïsme.  Saerens' onderzoek van de Antwerpse pers vanaf 1880 toont hoe intensief de Antwerpenaren met joods-hatelijk proza gehersenspoeld werden.  Joden werden weerzinwekkend voorgesteld als kapitalist of communist, als intellectueel of diamantslijper, als atheïst of Christusverwerper.  Het gif kwam vrijwel uitsluitend uit Belgisch- en Vlaams-ultranationalistische, vooral katholieke kringen). 

 

Vermits minimisering van (bijdragen aan) de Shoah tot negationisme behoort, komt uw ontkenning van de 'Antwerpse overmaats' daar geschiedkundig-technisch griezelig dicht bij in de buurt.  Waarom hebt u, historicus en intellectueel die zich een kind van de Verlichting noemt, zo uit uw nek gepraat?  U wilde wellicht goedkoop scoren als 'verdediger' van Antwerpen en stoer doen tegenover diegenen onder uw rechtse achterban die achtergebleven antisemieten en xenofoben zijn.  Maar erger: het leek of dit deel van de geschiedenis ook u weinig kon schelen.  U scheen aan dezelfde kwalen te lijden als uw stad tijdens de tweede wereldoorlog: onwetendheid en onverschilligheid.  Die waren toen dodelijk, en zijn nu schandelijk.
De negationisten van de Antwerpse specificiteit en van medeplichtigheid aan de Shoah  hebben het nog steeds niet begrepen.  U moet beter weten, als historicus én als Antwerpse politicus, en het bij gelegenheid zeggen.  Ook dit zou leiderschap zijn.

13 juni 2010

 

Jan Bernheim, arts, emeritus hoogleraar VUB

 

Dept of Human Ecology,  Faculty of Medicine,
Laarbeeklaan 103,  1090 BRUSSEL,  BELGIUM