Een analyse van de ideologische en historische oorsprong van de huidige N-VA
1 Een psychoanalyse van een politieke familie
3 Jaren 90
5 De ontstaansgeschiedenis en rol van de N-VA
6 De ware doelstelling van de N-VA
7 De N-VA op de schouders van slechts een bourgondiër
8 Hoe de N-VA met het verleden omgaat
9 De terugkeer van de Dietsche beweging: van afstoten naar aantrekken
11 Hoe de pers met extreem gedachtengoed omgaat
12 Besluit
Een psychoanalyse van een politieke familie
Is de N-VA een ultranationalistische en separatistische partij? Een psychoanalyse van deze politieke familie dringt zich acuut op voor zowel wat haar politieke, historische antecedenten betreft als haar huidige ideologie die doordrongen is van een cultureel racisme. Het cultureel racisme heeft progressief het racisme op zuiver ethnische grond vervangen door een meer verdoken vorm, gebaseerd op zogenaamde culturele verschillen zoals daar zijn de "superioriteit van de Europese (blanke?) en noordelijke cultu(u)r(en)" doordrongen van een neodarwinisme.
Is er een fundamenteel verschil met het Vlaams Belang?
De N-VA evolueert alleszins op het politieke vlak met een masker voor. Het streven naar een confederalisme staat centraal in het partijprogramma: een confederalisme met splitsing van de sociale zekerheid wat in feite neerkomt op een separatisme. Onder het mom van een zekere respectabiliteit en populariteit stelt de partij zich op als verdediger van de onderdrukte Vlaming, die het slachtoffer is van de armere Franstalige minoriteit.
Wat volgt is pas materie voor politieke psychoanalyse: is het niet vreemd vast te stellen hoe nu het zwakste landsdeel het sterkere deel schrik bezorgt? Dit sterkere deel dat zich voor de geest moet blijven halen hoe het in de voorbije eeuwen het zwakke broertje was?
Hoe komt het dat dit ethnoregionalisme (un nationalisme d'un autre âge) zoals een journalist van de Franse Libération recent betitelde), zo populair wordt? Hoe komt het dat de Vlaamse intellectuelen en pressiegroepen (inclusief patronaat en syndicaten) zo passief blijven in hun protest? Is het niet zo dat in andere Europese landen de intellectuelen reageren? Zo noemt Andrej Wajda, de grote Poolse cineast, het regionaal nationalisme en het opsluiten in zijn identiteit het ergste wat ons kan overkomen. Hoe is het zover kunnen komen dat in Vlaanderen alle politieke partijen, zonder uitzondering, werden gecontamineerd door dit nationalisme?
Van het Vlaams Belang zijn de extreem rechtse entourage en origine bekend. Karel Dillen, de stichter van het Vlaams Belang vertaalde de publicaties van Maurice Bardèche, de enige theoreticus van het fascisme van de naoorlogse periode. Het is ook geen toeval dat Bart De Wever zijn respect voor Dillen nooit loochende, op diens begrafenis aanwezig was en Le Pen hartelijk verwelkomde.
Een grondig en goed gedocumenteerd onderzoek naar dit archeo-nationalisme dringt zich op om deze ideologie beter te doorgronden en dus beter te kunnen bestrijden.
In de nu volgende historische analyse proberen we daar een antwoord op te geven.
Inleiding
Duitsland is volgens historicus Lode Wils de bron van alle kwaad in de Belgische geschiedenis van de vorige eeuw. Terecht schreef hij dat de verdeel- en heerspolitiek van de Duitsers al tijdens de Tweede Wereldoorlog de kiemen zaaide voor de ontploffing van Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije. Aan datzelfde Duitsland, dat het activisme uitlokte en in Wereldoorlog I zijn Flamenpolitik doordrukte tot het voeren van zijn revancheoorlog, hebben we ook het uiteengroeien van Vlaanderen en Wallonië te danken (Lode Wils in Van Clovis tot Happart, Leuven/Apeldoorn, 1992). In Vlaanderen wordt liefst niet in herinnering gebracht hoe het nieuwe nationalisme geboren is uit de frustraties van de repressie. We kunnen deze gefrustreerden, "gebelgde flaminganten" noemen, ze laten niet na hun tentakels verder uit te zetten...
Toen de Waalse politici Destexhe (MR) en Mahoux (PS) in 2003 een wetsvoorstel indienden voor een onderzoek naar de betrokkenheid van Belgische ambtenaren in de Jodenvervolging was er reeds terughoudendheid en tegenkanting aan jawel, Vlaamse kant.
Amnestie werd gevraagd door Vlaamse nationalisten als zouden de kleine collabo's harder zijn gestraft dan de economische collabo's (wat zeker juist is). Waren de collabo's uit Wallonië echt fascistisch en de Vlaamse collabo's gedreven door idealisme? Na de oorlog zijn 70 % van de vonnissen van politieke collaboratie in het Nederlands opgesteld en 70 % van de vonnissen wegens verklikking in de Franse taal. Algemeen: 62 % van vonnissen in Nederlands en 38 % in Franse taal (verhouding wijkt nauwelijks af van de cijfers in het taalgebruik). Of: 7 op 1000 in Vlaanderen veroordeeld en 5 op 1000 in Wallonië. In Wallonië werd dus strenger gestraft en zijn meer doodvonnissen uitgesproken. Vele Belgische werkgevers waren tot zaken met de bezetter bereid. Zeker is de politieke collaboratie harder bestraft geweest dan de economische.
We kunnen er niet omheen: de collaboratie in Wallonië was meer apolitiek dan in Vlaanderen. Dat de Walen elke vorm van amnestie afwezen maakt duidelijk hoe zij tegen de collaboratie aankeken. In Vlaanderen dacht men niet in die termen over de collaboratie met de bezetter. Volgens wijlen Johan Anthierens kon men op een verward moment op de foute trein springen maar ook hij vroeg zich af hoe je op die verkeerde rails kon blijven doorsporen? Lang zijn de jongste generaties niet zeker hoe ze dit verhaal van de foute trein moeten interpreteren. Wat wordt hen aangereikt, wat wordt verzwegen en wat wordt onder een waas van geheimdoenerij weggemoffeld? Het wordt hoogtijd een eerlijk en objectief bilan op te maken.
Jaren negentig
De Volksunie heeft van bij haar ontstaan zeer veel aandacht gehad voor het zogenoemde "drama van de collaboratie" en "de schande van de repressie".
In 1994, vijftig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, stelde de Volksunie een pakket van maatregelen voor, een plan voor amnestie en verzoening. Onder de titel "Op zwart-wit-denken bouw je geen samenleving" sprak de toenmalige voorzitter Bert Anciaux: ...Nu moet er eindelijk een einde komen aan die diepe wonde! Als we ons nieuwe Vlaanderen willen bouwen moeten we de hypotheek lichten. Wit en zwart moeten nu maar eens eindelijk het eigen gelijk, eerlijk en zonder schroom, kunnen overstijgen. Daarom moet er amnestie komen, of noem het eerherstel of verzoening....".
Over 'hoe om te gaan met ons oorlogsverleden' zijn ondertussen bladzijden vol geschreven.
In 1998 stelde Vlaams parlementslid Herman Suykerbuyk een decreet op dat een zekere financiële tegemoetkoming voorzag voor ...personen die in een bestaansonzekerheid verkeren ten gevolge van oorlogsomstandigheden, repressie en epuratie... . Doordat de regering niet als één blok achter het voorstel stond werd naar de oppositie gelonkt. Het decreet werd uiteindelijk via een wisselmeerderheid met het Vlaams Blok in het parlement goedgekeurd. Klachten bleven niet uit en uiteindelijk besliste het Arbitragehof het decreet te vernietigen. Het rechtscollege oordeelde dat het niet mogelijk was de benadeelden ten gevolge van de Spaanse Burgeroorlog én de benadeelden van de naoorlogse repressie en epuratie in één schaderegeling onder te brengen. In de Franstalige opinie werd het decreet als een amnestie-gebaar ervaren. In een open brief aan eerste minister Dehaene herinnerde dokter André Wynen aan al diegenen die het leven lieten in de kampen en ...qui ne sont plus là pour accuser ces nouveaux traîtres à nos idéaux démocratiques.... Dokter Wynen, zelf slachtoffer van de nazi-terreur, schrok er niet voor terug als woordvoerder op te treden ...et d'accuser les Parlementaires qui appartiennent à ce Parti du Premier Ministre (...) de traîtres à la démocratie (...) Assister à cette monstruosité sans réagir signifierait l'acceptation du suicide, pour ne pas dire plus, de notre démocratie....
Na de zaak Suykerbuyk was het wachten tot september 1999. Om naar recht en billijkheid te oordelen over het oorlogsverleden onderschreven enkele Vlaamse academici, publicisten en gewezen politici een verklaring die als oproep in de Vlaamse pers verscheen. In die maand ondertekenden 17 Vlamingen het initiatief: "Voorwaarts en niet vergeten. Oproep voor een eerlijk en rechtvaardig oordeel over collaboratie en repressie in Vlaanderen". De ondertekenaars stelden: ...een ongenuanceerde en ongedifferentieerde benadering van de collaboratie in Vlaanderen door haar reductie tot één schuldig fascistisch complot, dient vandaag enkel de zaak van extreem rechts. Dit misbruik moet ophouden.... Dat de hele Vlaamse beweging belast werd met de verschrikkingen van het nazisme lag zeker aan de basis van de oprichting van de Voorwaarts-groep. De Nederlandstalige pers reageerde met ruime belangstelling. Waar de verdedigers van verzoening eerder uit katholieke en Vlaams-nationalistische kringen kwamen, kon de oproep nu ook rekenen op de steun van een groep met een progressieve achtergrond ...van democratisch Vlaams-nationalisme tot uitgesproken links, van vrijzinnig tot christelijk geïnspireerd... (cit. Frans-Jos Verdoodt in 'De Pijn van het Oorlogsverleden, het initiatief van de Voorwaarts-groep 1999-2001' en opgenomen in Het gewicht van het oorlogsverleden, Academia Press, 2003, p. 188-189). Waar de katholieken de klemtoon legden op de verzoening als fundamentele basis bleven de Vlaams-nationalisten verdeeld in hen die de collaboratie als een schande ervoeren met daar tegenover zij die de collaboratie nog niet hadden verwerkt.
Het is belangrijk te wijzen op de kringen waar sceptisch en zelfs afwijzend werd gereageerd. Vanuit radicaal-nationalistische hoek werd voor een collectieve amnestie gepleit wat de verzets- en patriottische kringen liever niet zagen gebeuren. De Voorwaarts-groep stuurde immers aan op brede debatten rond het oorlogsverleden dat nog steeds een zeer gevoelig en beladen thema was in de verzetskringen, verenigingen van oudstrijders, organisaties van gedeporteerden, de Joodse verenigingen enz...
Sinds 1999 roept de Voorwaarts-groep op tot verzoening en het trekken van een streep onder het verleden. De groep benadrukt dat dit niet kan zonder het voeren van de nodige debatten rond dat oorlogsverleden vermits een streep trekken niet gelijkstaat met het uitwissen van dat verleden.
Eerst en vooral mag het duidelijk zijn dat nogal wat ondertekenaars van de Voorwaarts-groep "foute" ouders hebben gehad. Volgens Frans-Jos Verdoodt (mede-oprichter van de Voorwaarts-groep) mag vandaag "niemand voor dat verleden uit de gemeenschap gesloten worden, moet men vergevingsgezind zijn "tegenover die veroordeelden, die geen onmenselijkheden begingen, zodat de nabestaanden niet meer te lijden hebben onder de fouten van hun ouders". Verdoodt spreekt over een morele last die nog steeds politiek misbruikt wordt en die moet afgeschud worden. De gevolgen van de repressie die vandaag in bepaalde families nog voelbaar zijn betreffen het verlies van het recht op oorlogsschade, het recht op het statuut van krijgsgevangene en het recht op een pensioen als oorlogsslachtoffer.
Volgens Verdoodt heeft zijn historisch pardon het contact vergemakkelijkt tussen de Voorwaarts-groep en de Franstalige landgenoten. Dat Verdoodt door een RTBf-journalist gevraagd werd of de Voorwaarts-groep streefde naar amnestie voor de gewezen collaborateurs, zegt voldoende. Is het verwonderlijk dat precies in Vlaanderen een Voorwaarts-groep werd opgericht? Met de doelstelling een streep te trekken wordt vooral onderstreept hoe groot de collaboratiegolf er is geweest.
Verdoodt mag nog zo voor elementaire en toekomstgerichte rechtvaardigheid zijn, hier volgt zijn beschuldigende vingertje: ...dat Suykerbuyk de steun van het Vlaams Blok aanvaardde, was een gevolg van het feit dat een paar Vlaamse partijen in extremis hun medewerking onttrokken aan het initiatief dat zij sinds jaren hadden helpen voorbereiden.... Dat de traditionele partijen op hun hoede waren wordt niet in aanmerking genomen, wel dat ze verantwoordelijkheid dragen voor het zetje dat daardoor het Blok moest krijgen.
Jaren 2000
Op de IJzerbedevaart van 2000 sprak Frans-Jos Verdoodt, de conservator van de Vlaams-nationale geschiedenis, in eigen naam zijn historisch pardon uit: ...een gebaar dat verwacht werd vanwege het deel van de Vlaamse beweging dat zich verantwoordelijk moet voelen voor de collaboratie ... (Verdoodt p. 191). Als zoon van een 'foute' vader voelde hij zich tegelijk ...verplicht en gerechtigd om te spreken in de naam van wie de verantwoordelijkheid wil opnemen (Verdoodt p. 186) ....
Teneinde een wetenschappelijke analyse te maken over het oorlogsverleden en de verwerking ervan werd in juni 2001 een Voorwaarts-studiedag georganiseerd in het Vlaams Parlement. De toekenning van de Prijs van de Vlaamse Regering sterkte de Voorwaarts-groep in haar doelstellingen: een stabiele maatschappij creëren waarin niemand nog kan uitgesloten worden omwille van een verleden waarvan hij de inhoud herkent en erkent. Mede door het historisch pardon (2000) en de studiedag (2001) bracht het Vlaams parlement zelf een tekst die in de problematiek van het oorlogsverleden voorzag. Op 20 maart 2002 werd in het parlement een resolutie goedgekeurd waarin ...vanuit democratisch en humaan oogpunt de tijd gekomen is om een nieuwe stap in de richting van de verzoening tussen alle Belgen te ondernemen.... Het document onderstreepte het belang om de episode in onze geschiedenis levendig te houden en op die manier herhalingen te voorkomen (Volgens Verdoodt is de Voorwaarts-groep in het parlementaire initiatief niet tussenbeide gekomen). Voor deze "resolutie betreffende de aanbevelingen inzake het omgaan met het oorlogsverleden van Vlaanderen" was het precies Vlaams volksvertegenwoordiger Jan Loones (N-VA) die de houding van zijn partij mocht toelichten en benadrukte hoe de partij "alle steun bevestigde aan alle initiatieven die konden bijdragen tot een verzoening en uitbouw van de democratie in Vlaanderen".
Op het historisch pardon en de Voorwaarts-oproep van september 1999 kwam niet veel respons uit het Franstalige landsgedeelte. Van hen werd verwacht dat ze toegaven dat de repressie buitensporig geweest was en veel onnodig leed bij Vlaamse families veroorzaakt had. De Voorwaarts-studiedag kon wel op belangstelling rekenen omdat precies in die periode de Vlaamse minister Johan Sauwens tot aftreden was gedwongen. Precies in de aanwezigheid van Sauwens in mei 2001 op een bijeenkomst van het Sint-Maartensfonds zag Franstalig België immers ...het bewijs dat er nog een besmetting van de Nieuwe Orde kleefde aan het institutionele Vlaanderen (de Vlaamse deelstaat)... (Verdoodt p. 194). Met het afwijzen van de ministeriële aanwezigheid op de samenkomst van gewezen Vlaamse Oostfronters konden de Franstalige politici nu vaststellen dat ook Vlaanderen het moeilijk had met bepaalde laakbare feiten uit het verleden. Wat bleef er immers over van dat zogenaamde Vlaamse pacifisme als de militante oostfronters hun uniformen bleven koesteren en hun wapens bleven oppoetsen?
Vergeten we vooral niet dat aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog een grote onrust heerste ondanks het feit dat aan de Vlaamse eisen tegemoetgekomen was met de amnestie van 1937. In het historisch pardon dat Verdoodt in augustus 2000 én ten persoonlijken titel over de IJzervlakte liet schalmen, zag hij een belangrijk neveneffect: het draagbaar maken van de last van het verleden in de rangen van de Vlaamse beweging. En met een zekere knipoog naar het verleden schaamde hij zich niet om in deze context het woord Vergangenheitsbewältigung te gebruiken.
Uit de teksten kunnen we leren dat de Voorwaarts-groep mag gezien worden als een verderzetting van het mislukte Suykerbuyk-decreet. De teksten die als een "Voorwaarts naar een democratisch Vlaanderen" aangeboden werden zijn in het politieke klimaat (van 2006) en voor wie er zich van bedienen wil, nog goed bruikbaar. Er wordt ons gevraagd te onthouden dat de collaboratie slechts een ontsporing van de democratische ontvoogdingsbeweging, de Vlaamse beweging, is geweest. De Voorwaarts-groep leert dat we afstand moeten nemen van diegenen die het "eigen volk eerst"-principe huldigen - de radicale nationalisten dus - terwijl ook de Voorwaarts-groep zich in de eerste plaats tot de Vlamingen richt. In het hele discours wordt slechts nu en dan naar België verwezen alhoewel... "de Franstalige landgenoten met dezelfde bewogenheid welkom zijn"...
De ontstaansgeschiedenis en rol van de N-VA
Met niet meer dan 5 verkozenen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (op een totaal van 150) woog de N-VA-formatie in 2007 nochtans bijzonder scherp op het formatieberaad volgend op de federale verkiezingen van 10 juni 2007. Het kartel CDN&V-N-VA was in 2004 tot stand gekomen. Waren de christendemocraten bereid tot het varen van een Vlaamsere koers? Wilden ze met het kartel uit het dal kruipen waarin ze verzeild waren geraakt en beoogden ze met de steun van de Vlaams nationalisten een betere verkiezingsuitslag? De geschiedenis van de 20ste eeuw leert evenwel dat van verzoening tussen de beide formaties lang geen sprake was, wel integendeel. Als de christendemocraat Frans Van Cauwelaert in het interbellum nog als "de Messias van Vlaanderen" werd gezien ontkwam hij niet aan het stigma van verrader dat hij toen vanuit Vlaams-nationale hoek opgespeld kreeg: een oplossing zoeken voor Vlaanderen binnen een Belgisch unitair kader bleef immers onbespreekbaar (Marnix Beyen in DM 28.11.2007). Met de aanstelling van Van Cauwelaert als Kamervoorzitter na Wereldoorlog II werd de anti-CVP-houding bij de Vlaams nationalisten enkel maar versterkt. Het grote verraad waarvan sprake vinden we later terug bij het Egmontpact in 1977: Hugo Schiltz is met zijn Volksunie tot regeringsdeelname bereid en staat inschrijvingsrechten toe aan de Franstaligen in de Brusselse rand. Door het Egmont-trauma beleefde de VU bij de verkiezingen van 1978 de grootste electorale ramp uit zijn geschiedenis: van 16,3 naar 11,5 procent (van 20 naar 14 kamerzetels). Voor de nationalisten en meer bepaald de radicale vleugel binnen de Volksunie bleven de christendemocraten onbetrouwbaar, hypocriet en machtsgeil (Marnix Beyen in DM 28.11.2007). Toen de Volksunie in 2001 mee de Lambermontakkoorden sloot, hield de partij op te bestaan: dit gaf aanleiding tot zowel het oprichten van de N-VA (conservatief en ultranationalistisch) als de partij Spirit (progressieve variant).
Politiek Vlaanderen voelde zich lang goed bij het "cordon sanitaire" (de politieke variant) dat het rond het Vlaams Belang opgetrokken had en sloot de ogen voor de extremisten die angstvallig aan de mazen van dat cordon trachten te ontglippen. Op woensdag 8 november 2007 stemden de Vlamingen in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken eenzijdig Brussel-Halle-Vilvoorde. Deze Vlaamse meerderheid kwam tot stand door een bondgenootschap tussen de democratische Vlaamse partijen en de Vlaamse extremisten, zijnde het Vlaams Belang. Door dit bondgenootschap kwam voor het eerst een einde aan het "politieke cordon sanitaire" en zal 8 november 2007 aldus in ons onderbewustzijn verder leven als het moment dat de Blokkers zegevierden en hun doelstelling België te laten barsten in de goede richting zagen schuiven. Groen was toen de enige partij in het Vlaamse politieke landschap die zich onthield bij de splitsing van B-H-V. Op die manier nam de groene partij ook afstand van de grote Vlaamse blokvorming, de zogenoemde Forza Flandria die versterkt uit de strijd kwam. Ook Hugo Schiltz was niet afkerig van die blokvorming waarbij hij de extremisten, die hij jarenlang had bekampt, niet ontweek (Paul Doevenspeck, Knack 24.10.2007). Doordat de Franstaligen zich tegen de splitsing van B-H-V verzetten zorgen ze ervoor dat Brussel geen enclave in Vlaanderen wordt. Dit territoriale isolement zou het voor de Franstaligen immers moeilijk maken om zich in de toekomst en indien het tot een scheiding met Vlaanderen komt, te organiseren (Philippe Moureaux in DM 09.11.2007).
Op 10 juni 2007 vulden Leterme en De Wever de tv-beelden. Er waren slechts leeuwenvlaggen te zien. Leterme behaalde 800.000 voorkeurstemmen en de MR werd als partij (in Wallonie én Brussel) groter dan de PS. Hoe de federale verkiezingen van 2007 ook een overweldigende verkiezingsuitslag voor het kartel CD&V-NVA opleverden, tot een regeringsvorming kwam het niet. Zes maanden waren voldoende om aan te tonen dat het kartel misschien geen separatisme maar toch een extreem doorgedreven confederalisme wou bekomen. In december 2007 werd uitgerekend Guy Verhofstadt, de verliezer van de federale verkiezingen, de redder van het vaderland. Als uittredend premier moest hij een noodregering op de been helpen. De vraag bleef of Leterme, die in het voorjaar van 2008 de rol van Verhofstadt moest overnemen, een erfgenaam was van Van Cauwelaert. In de noodregering bleef De Wever van de N-VA liever aan de zijlijn, een grote vis zat er voor hem op dat ogenblik niet in.
De ware doelstelling van de N-VA
Het opzettelijk doen ontbreken van elke solidariteitszin is aan het brein van de nieuwe Vlaamse politieke elite ontsproten: het beklemtonen van de eigen zuiverheid tegenover het falen van de ander. Volgens de Britse hoogleraar sociologie Frank Furedi is het credo van de 21ste-eeuwse mens: ...Ik ben kwetsbaar dus ik besta...: de culturele verbeelding wordt niet langer geprikkeld door hoop maar door angst. Hij verwijst hiermee naar een wereld die gedomineerd wordt door een obsessie voor veiligheid. Furedi stelt dat klassieke politieke tegenstellingen tussen links en rechts niet meer volstaan om de verschillen tussen mensen te beschrijven. Hij spreekt over stammen die een gemeenschap vormen op basis van gedeelde angsten. Binnen die gevormde gemeenschap zijn er dan nog de eigen individuele voorkeurangsten: ...We moeten vandaag niet zozeer schrik hebben van wat ons angst aanjaagt, we moeten de angst zelf vrezen... (interview Frank Furedi MO juni 2007 nr 44). Misschien moeten we de Vlaamse extremisten "angstondernemers" noemen: volgens Furedi kunnen angstondernemers maar aan de slag in een omgeving waar een cultuur van angst aanwezig is. De Wever hamert er voortdurend op dat Vlaanderen rechtser en meer ondernemingsgericht is dan Wallonië. Hij wijst op de gevoelige ondergrond van België die tot een aardbeving kan leiden. Met het beroemde Belgische pacificatiemodel wil hij telkens weer een ongeschreven regel onderstrepen: de meerderheid regeert in dit land niet (Bart De Wever DM 24.12.2007). Voor De Wever is het niet belangrijk te weten hoe het unitaire België kan voortbestaan (een positieve kant) maar zorgt hij voor een angstpsychose (de negatieve kant) die elke mogelijke gedachte aan deze instandhouding moet tenietdoen.
Historicus Marnix Beyen over het N-VA (DM 28.11.2007): ...we zien angst voor verraad en een sterke hang naar zuiverheid opduiken. Hoezeer de kopstukken van de partij dat zelf ook willen ontkennen, in deze twee kenmerken zeulen zij de lange erfenis van een radicaal en etnisch geformuleerd nationalisme met zich mee ...
De N-VA op de schouders van slechts een bourgondier
Bart De Wever ...qui savoure le spectacle d'une Belgique au bord de l'explosion... (Marion Van Renterghem, Le Monde 28.11.2007) wordt in de Vlaamse media als toppoliticus opgevoerd. Van een maatschappijvisie die geënt is op negatieve gevoelens en frustraties tegenover anderen of andersdenkenden ("le mépris de l'autre") spreekt men niet meer. Méér dan andere nationalisten geniet De Wever met volle teugen van deze vorm van institutionele erkenning. Door de frequentie van de optredens zijn misstappen helaas niet uit te sluiten. De Wevers "amusementswaarde" vergroot naarmate hij zich, onbegrepen als altijd, als slachtoffer uit het conflict kan maar vooral mag murwen.
Op 28 oktober 2007 bood de Antwerpse burgemeester Janssens bij de Joodse gemeenschap zijn verontschuldigingen aan voor de kwalijke rol die de Belgische administratie tijdens de Tweede Wereldoorlog gespeeld had. Na een eerste grondig onderzoek door historicus Lieven Saerens ("Vreemdelingen in een wereldstad", 2000) werd alweer een poging, zijnde onverkwikkelijke zaken uit het collectief Antwerps geheugen te laten verdwijnen, verijdeld. Een provocatieve uitspraak van Bart De Wever kon niet uitblijven en dus oordeelde deze laatste dat de verontschuldigingen van Janssens gratuit waren en enkel de bedoeling hadden - jawel - het Vlaams Belang te discrediteren. Als De Wever moeite had met dit historisch pardon had hij onmiskenbaar moeite met het verleden: door te wijzen op een "fout" in dat verleden werd die cultuur (zijn cultuur?) immers in een slecht daglicht geplaatst. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Antwerpen na de oorlog de bakermat werd van het extreemrechts Vlaams nationalisme. Iemand die de verantwoordelijkheid van het Antwerpse collaborerende stadsbestuur in de Jodenvervolging meent te moeten onderschatten begaat, volgens schrijver en columnist Pierre Mertens, een negationistisch misdrijf dat van dezelfde orde is als wanneer Turken de Armeense genocide minimaliseren. Mertens schroomde zich dan ook niet De Wever een onversneden negationist te noemen (Knack 12.12.2007). Na zijn ongepaste reactie - tegenover de Joodse gemeenschap - kwam De Wever met excuses aanzetten. Waarom? Het past wonderwel in de christelijke cultuur en in Vlaanderen scoor je er behoorlijk mee. Inmiddels is de schade groot en bevestigt nogmaals dat Vlaamsgezindheid nog heel ver van openheid, multiculturele initiatieven en respect voor anderen staan. Deze "andere" kant van De Wever is helaas te weinig belicht.
Hoe de N-VA met het verleden omgaat
Wie zijn de dirigenten achter de Vlaamse partijen, "ziek van hun nationalisme"? Uiteraard kan niemand verantwoordelijk gesteld worden voor de daden van zijn voorouders maar de band niet zien tussen de huidige extremisten en de repressiejaren zou getuigen van blindheid. Een nuchtere analyse is dus niet wat Rik Verwaest van de N-VA ons wil laten geloven en waarbij we moeten ...ophouden met die polemiek rond de collaboratie of de IJzerbedevaart (...). Het nationalisme van de 20ste eeuw is ondertussen folklore geworden. Maar die omslag is nog niet in alle hoofden gemaakt... (Knack 17.01.2007). Het is niet vreemd te lezen dat Verwaest wel zijn hoed afneemt voor ...al die generaties flaminganten die ons zijn voorafgegaan.... Waarom hebben bepaalde groepen vijandbeelden nodig om te bestaan en moeten ze zich afzetten tegen andere groepen? Waarom gaat trots zo vaak met haat gepaard? Historici en politici ...die dat principe niet uit de geschiedenis halen hebben weinig geleerd uit hun geschiedenislessen en gedragen zich op een bepaalde manier negationistisch (niet in zijn beperkte betekenis van holocaustontkenning). Als zij het principe kennen en gebruiken, gedragen ze zich populistisch en egocentrisch... (Jos Pauwels DM 14.07.2008).
De bezetting in een notendop volgens Vlaams Parlementsvoorzitter Peumans: "reeds vóór de oorlog had het gros van de bevolking respect voor totalitaire regimes (1), veel mensen hebben de Duitse bezetting aanvaard zonder AL hun daden goed te keuren (2) en na de oorlog werden die mensen (slachtoffers?) zwaar aangepakt(3)".
In de strijd tegen de extremisten moet men hun voedingsbodem, gebaseerd op het verder afbreken van onze democratie, aanpakken. Zoals de grootste negationist zweert bij de tegenstrijdigheden die mensen inclusief historici helaas en ongewild over de kampen hebben verspreid, is de stelling dat de berichtgeving over de verschrikkingen van het nazisme lang genoeg heeft aangehouden, koren op de molen van de extremisten. Het is pas erg wanneer deze boze krachten, behept met een gevaarlijke ideologie, verfijnde tactieken gebruiken om te zeggen wat kan meegedeeld worden en hoe bepaalde zaken best met de mantel der onwetendheid moeten bedekt worden.
Immers, vaak wordt vergeten dat de oorlog en de onafwendbare repressie aan de basis ligt van de revanchepolitiek van de extremisten. In Vlaanderen kan een boek over het leven en werk van dokter en oud-activist Speleers - hoe degelijk ook uitgewerkt - op meer bijval rekenen dan een boek dat de verzetsdaden van verdienstelijke Belgen blootlegt. Wie wil nog horen dat de universiteit van Brussel zijn deuren hoorde te sluiten omdat elke medewerking met de nazi's a priori bestreden werd terwijl in Gent enkele professoren liederlijk toegaven aan de Duitse driften? Wat het volk niet weet, niet deert? Meer dan ooit moeten in Vlaanderen mensen opstaan die zich niet langer door de extremisten laten bedreigen.
Totalitarisme neigt naar conservatisme en de conservatief distantieert zich van de filosofieën van de Verlichting waaruit later het socialisme en het liberalisme zijn ontstaan. De aartsconservatief is gekant tegen het slopen van de laatste taboes en wil een gemeenschap in het leven roepen die vanzelf normen en waarden genereert. Belangrijk hierbij is de vermelding dat mensen in die samenleving moeten "opgevoed" worden. Een conservatief wil niets meer dan die samenleving die naar zijn model is geschapen. Daarom de vraag: is vrijheid van denken voor de moderne mens niet het allerhoogste goed? Zoals schrijver Piet De Moor terecht opmerkt zou Sigmund Freud een hele klus hebben aan de psychoanalyse van het politieke Vlaanderen van vandaag (Knack 09.08.2006).
In Vlaanderen ontbreekt het niet alleen aan een diepgaand onderzoek betreffende de ideologische continuïteit van de Vlaamse partijen van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Belangrijk is ook te achterhalen hoe, waarom en met welke kracht uitgerekend zij die in milieus van collaboratie en Vlaams-nationalisme opgroeiden zich vandaag als de grote protagonisten van o.m. de staatshervorming opwerpen. In hoeverre heeft rancune de verdere politieke opvattingen bepaald? In hoeverre is de huidige nationalistische oogst het gevolg van de ongebreidelde en ongecontroleerde aanwervingsdrift in vele geledingen van de Vlaamse maatschappij tijdens de voorbije decennia? Is het niet de bedoeling van onze flamingantische leiders met hun "compensatiepolitiek" het staatsapparaat tot op een zekere hoogte te infiltreren en op ALLE echelons vaste pionnen te plaatsen. Dit kan zolang de media bereid zijn in hun ongecontroleerde verhalen te geloven en mee te stappen in hun "recuperatiepolitiek".
Als Peumans republikein en flamingant is omdat hij naar eigen zeggen 'zo gewoon is opgevoed' legt hij de vinger precies op die grote Vlaamse wonde: het genezingsproces voor een lange periode van frustraties omdat het mooie Vlaamse familieplaatje besmeurd is geworden. De verzuchting naar een onafhankelijk Vlaanderen moet niet als een schaamlapje gezien worden in die mate dat het alweer van een diep misprijzen voor de medeburger, van een andere kleur en taal, doordrongen is. Het artikel in Knack van februari 2010, net zoals zijn interview in Humo van december 2009, geeft Peumans de kans de tragische gebeurtenissen ruimschoots te banaliseren. Bij het banaliseren of ridiculiseren worden altijd dezelfde termen gebruikt: "men is meegesleept, men was weerloos, men was simpel lid van het VNV". Het is bekend dat in 1942 VNV-leden hun intrek namen in de eigendommen van pas gearresteerde of gevluchte Joodse medeburgers. Ik vraag mij af of Peumans hier ook graag termen als "onwetendheid" en "misleiding" zou bij verzinnen?
Bestaat in Vlaanderen nog een tegengewicht? In Humo kregen 2 Limburgse partizanen terecht de kans het "crapuul" waar Peumans over sprak, naar zijn eigen milieu - een oorlogszone met Vlaamse verklikkers - terug te kaatsen. De vraag blijft wie de komende generaties op een "objectieve" en vooral correcte manier zal blijven voorlichten? Van de oorlogsgeschiedenis kan Peumans beter afblijven. Maar het zou me verbazen mocht hij, in zijn ijverigheid tot overcompenseren, niet door grote baas en historicus Bart De Wever met de vinger zijn gewezen. Alhoewel.
Als gewerkt wordt aan een ruimer geheel (een Europese Unie), als men Chinezen ontvangt, als men Erasmusprojecten uitwerkt, waarom is er geen modus vivendi mogelijk met de Franstalige regio? Verdringt Vlaanderen een onbewuste destructieve neiging? Vloeit deze destructiviteit voort uit een verlangen naar meer macht, almacht omdat er een angstsfeer wordt geschapen? Valt de obsessie voor orde, netheid, het beter-zijn, het alles-willen-controleren, m.a.w. het voortdurend doorlichten aldus te verklaren? De extremistische taal vanuit Vlaanderen kan gezien worden als een van de angstsymptonen. Het repititieve karakter van deze symptonen is kenmerkend voor een obsessionele neurose die we bij de extremisten bemerken.
De terugkeer van de Dietsche beweging: van afstoten naar aantrekken
De Vlaamse beweging en zeker de bewegingen die in het interbellum in collaboratiewater verzeilden, hebben nooit het licht in de ogen van de andere willen zien schijnen. Hoewel ze elkaar hard nodig hadden, waren de krachten die hen in onmin deden leven, bijzonder groot. Tijdens de bezetting werden de kaarten geschud naargelang machtsdeelname ging spelen. Denken we maar hoe het VNV tegen andere nationaal-socialistische groepjes moest opboksen en hoe Reeder van het militair bestuur deze splintergroepjes in zijn Flamenfrage van 31 juli 1940 moest zien te controleren. De NSVAP en de NSBVV (Nationaal Socialistische Beweging voor Vlaanderen) bestookten het VNV en zelfs binnen hun eigen rangen bleven ruzies niet uit. Met de oprichting van de Algemene SS-Vlaanderen door René Lagrou veranderde het extremistisch landschap gevoelig. We mogen stellen dat deze Algemene SS-Vlaanderen het gevolg was van de infiltratiepolitiek van de SS in België van vóór de capitulatie van België. De Algemene SS-Vlaanderen gaf Himmler de mogelijkheid door te dringen in het militaire bestuur van von Falkenhausen. Daardoor kon het separatistische en klerikale VNV als collaboratiepartij niet achterblijven. Het VNV kreeg er een vijand bij. Reeder maakte handig gebruik van de tweestrijd. Hij had het VNV nodig in zijn strijd tegen de SS. Anderzijds was hij niet afkerig van de nieuwe Algemene SS-Vlaanderen. Op die manier kon hij het VNV onder druk zetten en bruikbaar maken voor zijn eigen politiek.
Wanneer spreken we van repressie? Hoelang heeft deze repressie geduurd? In 1949 werd de partij "Vlaamse Concentratie" opgestart. In een kartel met het "Boerenfront" en het "Alg. Christelijk Middenstandsverbond werd de "Vlaamse concentratie" omgevormd tot "Christelijk Vlaamse Volksunie". Immers, waren het niet de katholieken die als grote slokop de lege plaats van het VNV ingenomen hadden? In 1954 werd de Volksunie opgericht. Deze "Partij van de Zwarten" vertoonde een grote gelijkenis met de Italiaanse "Movimento Sociale Italiano" (MSI). Er is aanvankelijk een sterke afkeer bij de publieke opinie voor deze partij. Nauwelijks 2 jaar later moest de opgerichte Vlaamse Volksbeweging (V.V.B.) alle partijpolitiek onafhankelijke Vlaamsgezinden groeperen: de van radicaal-links tot extreem-rechtse nationalisten. Waarschijnlijk zal 1968 het hoogtepunt blijven voor de Volksunie: door voortdurend te hameren op de Vlaamse-Waalse tegenstellingen behaalde de partij ruim 500.000 stemmen. In 1977, met de Egmontakkoorden, wordt de partij opgesplitst. De radicale aanhangers kunnen kiezen tussen de VVP (Vlaamse Volkspartij) van de voormalig oorlogsschepen van Groot-Brussel, Lode Claes of de VNP van Karel Dillen die staat voor anti-kapitalisme, anti-communisme en anti-België. In 1979 werd uit deze twee partijen het Vlaams Blok geboren met Dillen als "leider voor het leven". Het Vlaams Blok zwoer bij het fanatieke Vlaams-nationalisme en het ethisch conservatisme.
Anderzijds en als gevolg van de Lambermont-akkoorden hield de Volksunie in 2001 op te bestaan. Uit het puin werd het N-VA (ultranationalistisch en separatistisch) en een progressievere gematigder Spirit geboren. Hugo Schiltz, zelf ooit betrokken bij de Hitler-Jugend, koos resoluut voor Spirit van Bert Anciaux. De partij zou later geheel opgaan in de socialistische partij.
In 2008 was er even sprake van de oprichting van een Forza Flandria. Konden de extremisten van Vlaams Belang en de N-VA onder één koepel m.a.w. kon een nieuw rechts Vlaams Front ontstaan 30 jaar na de fusie van VVP en VNP? En hoe moest populist De Decker overhaald worden, hij die nergens welkom was? Nee dus, naar goede extremistische traditie werd macht niet gedeeld.
Wat maakt Bart De Wever populairder dan zijn voorgangers? Met de analyse van Pierre Mertens kan hij niet overweg. Hij noemt zich 'slachtoffer' en dient klacht in bij CGKR voor "oproepen tot haat naar zijn persoon en zijn partij". Een terecht antwoord van Le Soir: Nous sommes tous des Pierre Mertens. Vooral de tussenkomst van Pierre Bouillon die "alle N-VA'rs op een vlot in de Noordzee tot zinken wil brengen" werd gewraakt. Wou De Wever met zijn klacht de rol van de CGKR minimaliseren? Opvallend is dat niemand in Vlaanderen de houding van De Wever bekritiseerde. Victimisme anderzijds vinden we bij uiterst-rechts overal terug: men is zogezegd slachtoffer van de media, de buitenlanders, de anderssprekenden, justitie enz...
Ondertussen provoceerde Bart De Wever bij de raven en deed hij tussenkomsten af als emotionele chantage. Onder druk geplaatst scoorde hij met een nieuw fenomeen: de verontschuldiging na de provocatie. De verontschuldiging is tweeledig: ze behelst een christelijk gegeven waarbij de zonde altijd wordt vergeven en ze plaatst vooral de aanstoker in het beste daglicht. Ter herinnering: De Wever verontschuldigde zich bij de Joodse Gemeenschap nadat hij de verontschuldigingen van Janssens voor de betrokkenheid van de administratie bij de Jodenvervolging gratuit noemde, stand-upcomedian Alex Agnew verontschuldigde zich nadat hij in het P-Magazine de kans kreeg te lachen met de slachtoffers van de Holocaust en Jeroen Meus bood zijn oprechte excuses aan nadat hij het lievelingsgerecht van Hitler niet op televisie mocht aanprijzen.
De strijd van extreem-rechts werd zogenaamd verschoven van het collaboratieverleden naar het domein van de immigratie. Immers, met denkers als August Borms, Joris van Severen en Cyriel Verschaeve kon extreem-rechts niets (meer) aanvangen dus zocht het antwoorden op de migratieproblematiek. Dit gold in de eerste plaats voor het Vlaams (Blok) Belang. Ook het N-VA zweert het zogezegde collaboratieverleden af. Hoe valt de massa daarvan te overtuigen? Meer dan het Vlaams Belang wil de N-VA aan de macht waardoor ze resoluut van de eerste afstand moet nemen.
Even ter herinnering: na de bevrijding vonden jongeren uit rechtse katholieke en 'zwarte' milieus elkaar terug. Volgens Adriaan Verhulst, auteur van het boek "Zoon van een 'foute' Vlaming" (Pelckmans 2000), was er een soort onverenigbaarheid tussen een niet-katholieke en een zwarte. Hoewel Vlaamsgezind... was ik geen overtuigde 'zwarte' en vooral: ik was niet katholiek.... Net zoals de 'Dietsche Beweging' ooit nood had aan "ander" bloed met de toenadering tot 'linksen' - wat stond voor vrijzinnigen en niet-katholieken - zoeken onze huidige nationalisten ook naar een uitweg voor "verbreding".
Met de verkiezingen voor de Kamer en Senaat van 13 juni 2010 en onder een voortdurende druk moet ook De Wever het imago van de N-VA opfrissen. Het zwaaien met de Vlaamse Leeuw moet (voorlopig) niet zonodig en om te bewijzen dat de partij zich niet enkel met katholieken inlaat haalt De Wever een bekende journalist van stal. Voor de grote massa bleef het een schok dat uitgerekend Siegfried Bracke zich achter de nieuwe extremistische partij had geschaard. Voor de journalist, telg uit een goed Vlaams nest, was het slechts een terugkeer naar "home is where the heart is". Van de goede Siegfried wordt nu verwacht wat tot op heden nog niet kon: alle vrijzinnigen en ook de logebroeders mobiliseren en tot een Vlaamse inkeer brengen. Vanaf 4 mei 2010, de dag dat Bracke zich op televisie mocht outen, sprak hij de bevolking in de hoedanigheid van minister toe. Althans, in zijn arrogante manier schroomde hij zich niet Hugo Schiltz als groot voorbeeld op te voeren. Deze uitspraak - rekening houdend met de visie van Schiltz op de N-VA - kan niet anders dan menig doorwinterd Vlaams nationalist ziek maken: uitgerekend Schiltz zag de N-VA sinds haar ontstaan besmet door het vooroorlogs nationalisme.
Wat ik papa heb beloofd
Zoals Adriaan Verhulst in 2000 schreef was zijn leven als jongvolwassene en zoon van een "foute" vader getekend door zijn opvoeding ...hoe ik eraan ontgroeide zonder de essentie ervan, de Vlaamsgezindheid, te verloochenen... (Verhulst p. 137). Dat vader in een tweede activisme stapte blijft zoonlief een raadsel. Was het zijn zwakke persoonlijkheid: ...wellicht kon hij niet meer achteruit, maar wilde hij dit wel?... Zoon Adriaan keurde de houding van zijn vader - die tot zijn dood in 1975 nooit spijt betoonde - niet goed maar gaf toe dat idealistische Vlaamsgezinde motieven aan de basis van zijn fout handelen hebben gelegen. Met het ontbreken van een gedetailleerde beschrijving van dit "fout" handelen bleef ik uiteraard op mijn honger. Ook eerlijkheid is in de geschiedenis een der grootste deugden. Een "ruime" blik in het gerechtelijk dossier van vader had een objectiever beeld gegeven en de stelling onderschreven dat hij tot de gevaarlijke nazi-medewerkers had behoord. Ook de poging de vriendschapsrelatie van vader Verhulst met de Hongaarse Jood Bela Hévesi te duiden is op zijn zachtst gezegd omstreden. Hevesi werd niet in 1943 maar eind juli 1941 opgepakt. Hij was een eerste slachtoffer van de operatie Sonnewende waarbij de Duitsers alle op basis van vooroorlogse criteria bekende Belgische communisten oppakten. Een diepgaand onderzoek om in dit laatste klaarheid te brengen was niet nodig geweest. Het is niet goed als de historicus een geschiedenis wil "arrangeren".
In Bokrijk vinden we sporen terug van onze vroegste Vlaamse beschaving. Tot die beschaving rekende men de eerbied en het ontzag die men had voor wie op een hoger maatschappelijke trede van de ladder stond. Er werd respect betoond voor wie als 'notabel' werd omschreven. De streek van Bokrijk heeft ook Vlaamse reuzen als Jan Peumans voortgebracht. Als kandidaat bij de N-VA hield hij het volk voor nooit te verzaken aan de belofte die hij - als republikein - aan zijn vader had gedaan: nooit ofte nooit naar de koning te gaan. Wie durft nog beweren dat de N-VA de naweeën van de oorlog en de politiek strikt gescheiden wil houden? Dat Peumans uitgerekend Vlaams parlementsvoorzitter werd maakte de situatie - zijn belofte - er niet gemakkelijker op. Voor een receptie op het Koninklijk Paleis was hij 'aan vervanging toe' wat niet helemaal lukte en aanleiding gaf tot een relletje. Wat had men anders verwacht? Enkel vanuit het Vlaams Belang kreeg Peumans steun en bewondering dat hij zich niet als een 'paleisdweil' had laten behandelen. Misschien is het goed er Peumans aan te herinneren dat veel Vlamingen zelf nog in staat zijn te bepalen wie op dit ogenblik respect verdient. Hoe leggen we aan de komende generaties uit waar respect - we leven nog in een monarchie - voor staat?
Historicus-journalist Chris van der Heijden, zoon van een NSB-vader, is vooral bekend door zijn studie 'Grijs Verleden' uit 2001. Het is onbetwistbaar dat naast goed en fout in de oorlog een grijze zone zat. Toch moet het grote extreme verhaal van het goed en het kwaad overeind blijven om zowel het ene als het andere objectief te benaderen en te onderzoeken. Van der Heijden wordt verweten een gevaarlijk, relativerend beeld van de oorlog op te hangen. Volgens historica Evelien Gans probeert hij zelfs de Holocaust weg te relativeren ...gemotiveerd door afgunst jegens het Joodse slachtofferschap, oftewel 'secundair antisemitisme'... (essay "Wees niet te bang voor het grijs" van Merel Boers, NRC 30.04.2010). Ze bestaan, de revisionistische historici die de Shoah tot een betreurenswaardige abstractie terugbrengen en volgens Evelien Gans is de analyse dan duidelijk: ...de Joden zijn geen mensen van vlees en bloed maar pionnen in een schaakspel van nivellering waarvan de uitkomst er grof gezegd op neerkomt dat SS'rs best gevoelig kunnen zijn en Joden misdadig... (De Groene Amsterdammer 27.01.2010). Journalist Sytze van der Zee, eveneens zoon van een NSB-vader schreef "Vogelvrij", over het verraad van ondergedoken Joden en weet de arrestatie van Anne Frank aan het verraad van een andere Joodse lesbische vrouw. Historica Gans spreekt over de opmars van een 'relativerende grijsschrijverij' waarbij teveel wordt genuanceerd.
We mogen Bart De Wever en Geert Bourgeois als de kopstukken van de N-VA opvoeren. Bart De Wever schrijft in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging editie 1998 dat "het engagement in de Vlaamse Beweging hem [Bourgeois] van thuis uit werd meegegeven". Voor De Wever geldt precies hetzelfde. Als tiener was Bourgeois actief in de Katholieke Studentenactie van Izegem en medeoprichter van het verbond van de Blauwvoetvendels. Hij militeerde in de Vlaams-Nationale Studentenunie, was actief in het Taal Aktiekomitee en betrokken bij de Volksunie. Ook De Wever heeft zijn bewondering voor Karel Dillen en Jean-Marie Le Pen nooit onder stoelen of banken gestoken.
Aan jonge mensen moet men niets meer kwijt over repressie noch over zwart en wit tijdens Wereldoorlog Twee. Toch kunnen we hen helpen en onze huidige politieke formaties duiden. We kunnen dan wijzen op de verschillen in de programmapunten waarbij sommigen sterk de uitsluiting - onder welke vorm dan ook - beklemtonen. Bij elke vraag, bij elk onderzoek die een diepgaander analyse rechtvaardigt, komen we alweer, jammer genoeg, bij dezelfde periode uit.... De vraag blijft of repressiekinderen ooit nog met een schone lei kunnen starten? Voor hen blijft het een normale zaak terwijl een buitenstaander slechts met grote ogen opkijkt en niet begrijpt. Toch bestaan de uitzonderingen, zij die willen analyseren en weten wat een verward moment is en een foute trein: denken we maar aan Johan Anthierens. Soms moeten we papa niets beloven.
Hoe de pers met extreem gedachtengoed omgaat
Op 28.11.2007 verscheen de Franse krant Libération in een speciale België-editie met reportages, artikels en interviews van bekende en onbekende Belgen. De speciale editie kwam vooral tot stand met de hulp van de collega's van La Libre Belgique. Volgens Laurent Joffrin, commentator en uitgeefdirecteur van de Franse Libération hangt een donkere schaduw over Europa: ...de schaduw van het identiteitsdenken, die Joegoslavië heeft verwoest, die Spanje of Groot-Brittannië op hun grondvesten doet daveren.... Als Europa kampt met extreem-rechts denken we spontaan aan Jean-Marie Le Pen, Jorg Haider, Geert Wilders en de Forza Italia. In Vlaanderen slaagt extreem-rechts erin een vijfde van de kiezers voor zich te winnen. Yves Desmet, politiek hoofdredacteur van De Morgen stelt hoe hij in Parijs telkens weer moet vechten ...tegen het vooroordeel dat Vlamingen een gesloten, wantrouwig volkje zijn, met een bovengemiddelde liefde voor extreem rechtse denkbeelden... (DM 28.11.2007). In het opiniestuk dat hij voor Libération mag schrijven ontbreekt het jammer genoeg aan een correcte visie. Hij benadrukt weliswaar hoe het minderwaardigheidsgevoel van de Vlamingen diep verankerd zit en hoe de Vlaamse strijd niet alleen nationalistisch maar ook een sociale ontvoogding is geweest. Desmet herinnert aan de tijd dat Vlaanderen landbouwgebied was, dood- en doodarm en hoe Wallonië ooit voor welvaart zorgde met zijn steenkoolmijnen, staal- en glasindustrie. Dat Vlaanderen uit een diep dal kroop en een hoogconjunctuur beleefde maakt het juist zo kwetsbaar: ...Vlaanderen (...) heeft een panische angst om die nieuwe rijkdom weer kwijt te raken. De regio is ten prooi gevallen aan de culture of contentment (niet: culture de contentement, m.v.): niet de drang om meer welvaart op te bouwen primeert, maar de angst om de pas opgebouwde welvaart opnieuw te verliezen... (wat men verstaat onder "La peur sociale"). Volgens Desmet volstaat het de Vlaamse ziel te respecteren om de ware aard van de Vlaming (...die tegen "le vent du plat pays" koppig en naarstig voortwerkt...) te ontdekken: warm, gul, vriendelijk en gastvrij. Pas als aan die Vlaamse ziel, en hiermee ook de nieuwe hard bevochten welvaart wordt geraakt, laat de leeuw, dixit Desmet, zijn tanden zien. Of de buitenlandse lezers hiermee een getrouw beeld van Vlaanderen krijgen, blijft de vraag.
Het leidt geen twijfel dat Vlamingen geen gesloten en wantrouwig volkje zijn. Desmet neemt echter een loopje met de waarheid waar hij stelt dat extreem rechts in Vlaanderen zich uitsluitend rond het Vlaams Belang situeert. Wat met de N-VA met boegbeeld De Wever en de Lijst Dedecker... alles samen "het misselijkmakende en zich radicaliserende nationalisme in Vlaanderen" (zie Pierre Mertens)? Wat met de extreem rechtse vleugel binnen het CD&V? Wellicht kijkt enkel het buitenlandse persorgaan door een niet bewasemde bril. Ook de twee zogenaamde Vlaamse kwaliteitskranten, De Standaard en De Morgen, zijn in hetzelfde bedje ziek. In haar arrest van 21 april 2004 benoemde het Hof van Beroep te Gent het Vlaams Blok als een partij ...die aanzet tot discriminatie, waarbij vreemdelingen behandeld worden als criminelen, boosdoeners, profiteurs, onintegreerbare fanatiekelingen en een bedreiging voor het eigen volk... (Prof. Dr. Michel Magits UVV-info, juli-augustus 2004). De Unie van Vrijzinnige Verenigingen lanceerde een oproep om op 13 juni 2004 voor democratie en tegen extreem-rechts te stemmen. Noch De Standaard, noch De Morgen noch De Tijd vonden het opportuun deze oproep te publiceren. De hoofdredacteur van De Standaard vond het zelfs niet nodig zijn lezers voor te houden hoe Gerolf Annemans de rechtsstaat bedreigde door de rechters, die het VB als een racistische partij veroordeeld hadden, in het openbaar te bedreigen. Dit opzettelijk weggommen van belangrijke informatie, dat ook kan beschouwd worden als medeplichtigheid van de media aan de steile opgang van het VB, gaf wel aanleiding tot de publicatie van een van de beste boeken uit 2006: "Brieven aan mijn postbode, Will Tura en Peter Vandermeersch. Een lofrede op vrijheid, schoonheid en verbeeldingskracht" van Piet De Moor.
We mogen de continuïteit van een fascistische ideologie niet enkel bij het Vlaams Belang leggen. Zowel Filip De Winter als Bart De Wever lieten zich gewillig aan de zijde van Jean-Marie Le Pen fotograferen (De Wever verweerde zich door te stellen dat het volkomen buiten zijn wil was zich toevallig in een lokaal met Le Pen op te houden!). Volgens historicus Lieven Saerens werd collaboratie al snel in brede (katholieke) Vlaamse milieus gebagatelliseerd: ...Die 'vergetelheid' is onmiskenbaar één van de elementen die de opgang van extreem rechts in Antwerpen en Vlaanderen in het algemeen verklaart... . We kunnen gerust stellen dat De Wever op een sluwe manier aan het cordon sanitaire dat rond het VB heen zat, ontkwam.
In Knack van februari 2008 (nr. 8) verwijst een foto van Degrelle op het omslag naar de boekbespreking van het nieuwe boek van Flore Plisnier. Wil Knack de Vlaamse lezer behagen door de totaal misplaatste kop: "Waar de Walen liever over zwijgen"?
In het weekend van 14-15 juni 2008 was de Vlaamse Volksbeweging (VVB) in conclaaf bijeen. Volgens voorzitter Eric Defoort moest het "oudbakken flamingantisme" wijken voor een nieuw Vlaams staatsburgerschap. Defoort omringde zich evenwel met figuren die ooit met Voorpost, Tak en toenmalig Vlaams Blok de grote tegenstanders van de IJzerbedevaart waren en zogezegd grote schade aan de Vlaamse emancipatiestrijd hebben aangericht met hun virulent antibelgicisme.
Volgens Geert Buelens, schrijver en professor literatuur is het niet mogelijk over te gaan tot een nieuwe fase van de staatshervorming zonder eerst noodzakelijk over de geschiedenis te praten (DM 23.04.2007). Zijn oproep, politici, academici, vertegenwoordigers van de civiele maatschappij en gerespecteerde historici bij elkaar te zetten wordt volledig onderschreven door Laurent Licata, sociaal psycholoog en assistent-professor aan de ULB: ...Het lijkt ons dat het Vlaamse onbehagen sterk onderschat wordt door de Franstaligen. Die hebben een totaal andere kijk op de geschiedenis van het land en herkennen zich niet in het portret van arrogante onderdrukkers dat sommige Vlamingen van hen schetsen... (DM 17.07.2008).
Hugo Camps schrijft in De Morgen van 19 juli 2008: ...dat het volk het zo ver heeft laten komen, pleit niet voor het volk. Wij zijn geen haar beter dan de charlatans van de Wetstraat. Wij draaien ook onze rondjes in hebzucht, achter gesloten luiken. De ander zijn wijzelf (...). België heeft nood aan een nieuw verlicht proletariaat. Het is er niet en we hebben de leiders er niet voor. We hebben überhaupt geen leiders. Alles is gefragmentariseerd, het politieke gezag, het middenveld, het volk. Bokrijk voor de Limburgers, Waregem Koerse voor de West-Vlamingen. Ze treffen elkaar één keer in het jaar, hooguit, in Antalya. Voor de kinderen. Het volk betaalt nu de prijs voor zijn civieke lamlendigheid....
Een opvallend citaat van Odo Claus, broer van in Humo 3631 van 6 april 2010: "...de repressie was voor veel families een drama. De witten waren meestal klungelaars die zich eens van hun sterkste zijde wilden tonen. Tijdens de oorlog waren ze bang als wezeltjes, en na de bevrijding zwaaiden ze met geweren en zetten ze iedereen die niet bij hun kliek hoorde op de zwarte lijst....". Geen plaats voor nuancering en duiding, Hugo hoeft het gelukkig niet meer te beleven.
Op 4 mei 2010 mocht de goede Siegfried zich outen als Vlaams nationalist. Velen schrokken zoals zovelen schrikken omdat ze niet op de hoogte zijn of willen zijn. Leidde Bracke niet het programma "Bracke op vrijdag"? Bracke hield Tony Mary van B-Plus voor dat vasthouden aan het Belgische federale model niet meer van deze tijd was. Wie herinnert zich nog hoe Bracke zijn (toekomstige collega) Jan Peumans uitvoerig liet uitweiden over de gruwel, de collaborerende familie Peumans na de oorlog aangedaan? De eens zo betrouwbare Bracke had toen al een loopje genomen met de journalistieke deontologie. Slachtoffers waren slechts aan collaborerende kant te betreuren en ocharme.... had Siegfried daar geen verweer tegen. Misschien moeten we ons afvragen of Bart De Wever zijn opmars in het Vlaams medialandschap aan Bracke te danken heeft? Alweer voer voor diepgravend maar belangrijk onderzoek.
Op 6 mei 2010 bracht Koppen (n.a.v. de 70ste verjaardag van de Duitse inval in ons land) een reportage waarin naast verzetsstrijder Max De Vries collaborateur André Van Hecke, nog steeds overtuigd nazi, aan het woord komt. Zonder duiding - het programma loopt 10 minuten omdat de aandacht van de Vlaamse kijker niet langer mag betrokken blijven - mag hij zich afvragen waarom zijn "chef" Hitler - ieder jaar op 20 april plechtig herdacht - zo "bekladderd" wordt. Van Hecke mag op de televisie verklaren dat er volgens hem geen zes miljoen joden zijn omgekomen. We kunnen ons de vraag stellen of het relevant is de gevaarlijke ontaal van Van Hecke, Vlaams Belanger en voormalig organisator van bijeenkomsten voor Oostfrontstrijders (vzw Hertog Jan Van Brabant) op o.m. een jonge en onwetende generatie los te laten? Vanuit de N-VA komt geen kritiek en daarom is de partij evenzeer gevaarlijk. Daarom is het goed nogmaals de resolutie "betreffende de aanbevelingen inzake het omgaan met het oorlogsverleden van Vlaanderen" van Jan Loones (N-VA) in het Vlaams Parlement van maart 2002 op te roepen: "...als erfgenaam van de Volksunie beschouwen wij het als onze plicht een streep te trekken onder een onzalig verleden, vanuit een oprecht verlangen om de nieuwe generaties, de jonge Vlamingen, niet verder meer op te zadelen met dit dossier ...." . De heer Loones zal akkoord zijn dat - indien niets ondernomen wordt - onze komende generaties lang niet de volledige waarheid voorgeschoteld zullen krijgen. Op 10 mei 2010, precies 70 jaar na de inval van de Duitsers, start de openbare omroep met een nieuw radioprogramma: "Oorlogskost". De luisteraar mag participeren in het spel en wordt gevraagd alle beschikbare oorlogsrecepten in te leveren. Toch beter dan de afgevoerde forel van Jeroen Meus, het lievelingsgerecht van Hitler dat ooit op het menu van een televisieprogramma stond (Jeroen Meus)? Koken in Vlaanderen: voor de ene een dagdagelijks gebeuren, voor de ander een gedwongen en brave terugkeer naar de haard?
Besluit
Hoe lang is het geleden dat de vraag werd gesteld of een verbod op antidemocratische partijen de democratie ten goede kon komen? Sommigen stelden dat het gedogen een gunstige weerslag op de democratie kon hebben. Door het - tot een bepaalde grens - tolereren van extremistische partijen werd de democratie bijgestuurd en kon zij zichzelf beter beveiligen. Gie van den Berghe sprak over een proces van wederzijdse bekrachting wanneer hij het had over het gedeeltelijk overnemen van programmapunten van zowel democratische als niet-democratische partijen. Deze bekrachting moest uiteindelijk een onderzoek op gang brengen en peilen naar het succes van de extremisten. Inderdaad zal het politiek en ideologische pluralistische karakter de gezonde werking en voortbestaan van de democratie waarborgen.
Sinds augustus 1992 heeft onze Vlaamse democratie - met een ferm blok aan het been - een lange weg afgelegd. Gie Van den Berghe stelde in 1992 dat alle democratische middelen nu moeten aangewend worden om het Vlaams Blok te muilkorven. De maat is overvol, zelfs voor de gematigde en behoudsgezinde politici.... Inderdaad, met het zeventig puntenprogramma van het Blok moest (voor het eerst?) een oplossing gevonden worden voor het migranten- en vluchtelingenprobleem. Bij het onderzoek naar het succes van de extremisten deed het er volgens Gie van den Berghe weinig toe ...dat politici daarbij vooral gedreven worden door electoraal gewin en behoud van geloofwaardigheid en fatsoen (...) het effect is van belang... (DM 04.08.1992). Anno 2006 kon men vaststellen dat het proces van bekrachting in gevoelige zin gewijzigd is. Stelde Van den Berghe immers niet dat de geschiedenis leerde dat de reactie meestal te laat kwam? Moeten we nog nadenken over de problemen die aan de basis liggen van het succes van de extremisten? Dat het Vlaams Belang vandaag door de Vlaamse politieke partijen doodgezwegen wordt kan betekenen dat de ideeën van deze totalitaire partij misschien steeds meer gemeengoed zijn geworden? De media gedragen zich erg dubbelzinnig: ze beschouwen het niet meer als hun democratische plicht de Vlaamse extremistische partijen te ontmaskeren. In de Standaard van 29.09.2006 leest men ...dat het Vlaams Belang helder communiceert, met een gestroomlijnde propaganda en enkele charismatische woordvoerders. De partij weet wanneer ze moet zwijgen... Kortom: 2 belangrijke politieke agendapunten: tegen de vreemdeling (1) en tegen België (2), in 1991 nog aan het 'originele' Vlaams Blok toe te schrijven, zijn 20 jaar later onder welke vorm dan ook in alle andere politieke partijen binnengeslopen. Dit verklaart voor een groot stuk de politieke retour die het VB momenteel ondergaat en... de N-VA heeft vooruitgeholpen.
Terecht rekent de Franstalige Belgische schrijver Pierre Mertens de N-VA bij de uiterst bedenkelijke, extreemrechtse vormen van nationalisme, die, van ver of van dichtbij, erfgenaam zijn van de collaborerende flaminganten in de Tweede Wereldoorlog. In zijn opiniestuk Le pays qui ne s'aimait plus (Le Monde) gaat Mertens dieper in op het misselijkmakend nationalisme: "Iemand die de verantwoordelijkheid van het Antwerpse, collaborerende stadsbestuur in de Jodenvervolging meent te moeten onderschatten, begaat een negationistisch misdrijf". Dat Bart De Wever bovendien historicus is, maakte het volgens Mertens dubbel zo erg. Was het niet juist Jan Loones (N-VA) die in 2002 de vraag lanceerde ...waarom we de gehele discussie [voor de omgang met het verleden, MV] niet overlaten aan historici, die dan eerst reeds zouden moeten omschrijven wat collaboratie is, en wat repressie is, om te vermijden dat we nog maar eens naast elkaar zouden praten.... Misschien moeten we in Vlaanderen ook vooraf de historici doorlichten? Met De Wever die ooit stelde: "De Vlaamse overheid mag het oorlogsverleden niet inschakelen in een hedendaags politiek discours", komen we niet verder.
Het N-VA maakt zichzelf belachelijk door het oorlogsverleden letterlijk en figuurlijk als iets van de vorige eeuw te beschouwen. De partij moet zich, als erfgenaam van de vroegere Volksunie, betrokken voelen inzake het omgaan met het oorlogsverleden van Vlaanderen. Volgens de N-VA was de collaboratie fout en essentieel tegenstrijdig met de ontvoogdingsstrijd die de Vlaamse Beweging steeds heeft willen voeren. In de resolutie van maart 2002 kon de partij zich niet aansluiten bij de voorwaarde van individuele erkenning van fout én schuld, één van de redenen om zich "verdraagzaam, begripvol en vergevingsgezind op te stellen". Excuses aan België konden en mochten niet. De N-VA was het aldus eens met de bekommernissen en de doelstellingen van de resolutie, maar niet met de modaliteiten.
Enkel het bestaan van een jonge generatie politici, letterlijk en figuurlijk erfgenamen van een grote collaborerende fractie tijdens de bezetting, blijft voedsel geven aan de onverdeeldheid in België en sluit elk initiatief om onze democratie tot een hoger niveau op te tillen, uit. Aan de basis van dit onverwerkt verleden liggen de afwezigheid van enkele essentiële humanitaire waarden - die sommigen thuis niet aangeleerd kregen zoals verdraagzaamheid - ten grondslag. Als men de grootheid van het eigen volk wilt beklemtonen, moet gewezen worden op de kracht waarmee de vijand op dat eigen volk kan inslaan. Hoe groot was het arsenaal aan potentiële vijanden voor de nationalist van de jaren dertig? De Fransen, de Walen en de Joden waren extern inwerkende vijanden terwijl franskiljons en de niet-nationalistische Vlaming als een interne vijand gezien werden (Els Van Damme in "Verbrande schrijvers" AP 2009 p. 82-83). Hoe zit het vijandbeeld van de nationalist, gedreven door een cultureel racisme, er anno 2010 uit?
Het Vlaamse volk geeft De Wever wat het aan zijn illustere voorgangers niet gaf en/of niet meer wilt geven: veel krediet. In de politiek moet je rad van tong zijn, inhoud en veel présence hebben. Ook De Wever heeft recht op die glorie. Hij is verstandig, straalt de goede gulle Bourgondiër, houdt van Oostenrijk, brengt zijn kinderen op tijd naar de kerk, kortom: ...een toffe, slimme pee. Geen politicus. Want die zal hij in de campagne bekampen: ...wij gewone jongens tegen de heren en dames die vergaderen en niet eens een akkoord kunnen sluiten... (Pauli in DM 08.05.2010). Alle andere partijleden, inclusief de goede Siegfried, verbleken in zijn schaduw. Gelijkenissen met Pim Fortuyn zijn zeker niet misplaatst. Om Freud te parafraseren: "misschien moeten we de Vlaams nationalist bij iedereen van harte aanbevelen?" Dus op naar de 40 % voor de N-VA op 13 juni 2010, een nieuwe - dit keer - ultrazwarte zondag. Vele nationalisten en separatisten moeten dan wel van kamp veranderen. Van VB en LDD was het vernis al lang verdwenen. Hebben we niet altijd de politici die we verdienen? Soms heeft het volk een ferme dreun nodig om zijn misstappen klaar in te zien. Ook de N-VA zal vroeg of laat het kroontje moeten inleveren tot spijt van wie het benijdt.
dr. Yves Louis
Marc Verschooris
Deze analyse wordt ondersteund door de volgende personen:
baron Bernard de Gerlache de Gomery
dr. Philippe De Wilde
Viviane Teitelbaum
Emmanuel van Innis
Nicole Wynen
Lees ook:
De Wever, let op uzelf en op uw woorden. Alternatief: hygiënische aanbevelingen aan Bart De Wever
door dr. Jan Bernheim, emeritus hoogleraar VUB
A lire aussi: La N-VA: résumé et adaptation du texte néerlandais